Aangeleverd door: | Frans Leurs |
Modelinformatie: | Iedereen in de club kent hem wel, Frans Leurs, bouwer van de meest grote en indrukwekkende computer gestuurde modellen. Vaak tentoongesteld op clubdagen, en Frans altijd in de weer om uitleg te geven en om nog even iets af te stellen als er een kleine hapering optreedt. Nu voor de tweede keer zijn supermodel, “de flessenfabriek” . We laten de bouwer zelf aan het woord. |
Gepubliceerd in Clubblad: | maart 2003 (editie 2003-1) |
Video: | Clubdag Apeldoorn - 2005 - Flessenfabriek, Clubdag Veghel - 2004 - Flessenfabriek |
De flessenfabriek is een model dat bestaat uit meerdere machines, die allemaal een aparte functie hebben in het proces van aanvoeren, spoelen, vullen, doppen, etiketteren en afvoeren. In 1994 (gepubliceerd in het clubblad van juni 1995) had ik al een soortgelijk model gebouwd, alleen in tegenstelling tot nu was het computergestuurd en zaten er voor de signalering fotocellen in verwerkt. Ongeveer twee jaar geleden vatte ik het plan op een nieuwe poging te wagen. De nieuwe uitdaging was deze keer, om met de eerder opgedane ervaring, de apparaten solider te bouwen, minder storings-gevoelig te maken met een zo eenvoudig mogelijke besturing. De besturing is nu elektro-mechanisch in combinatie met pneumatica-onderdelen en elektronicabouwstenen. Het laatste leidde tijdens het bouwen ook nog tot het experimenteren met IC 's en voorversterkte relais. Als handleiding hiervoor gebruikte ik het boek IC-Digitaal-Praktikum van Fischertechnik. Inmiddels heb ik de IC-schakelingen (and-nand en flipflop) aangesloten op de interface van Fischertechnik waardoor meer besturings-mogelijkheden zijn ontstaan.
Het hele model bestaat uit de aanvoermachine, de spoel-machine, de sorteermachine, de vulmachine, de dopmachine, de etiketteermachine en de krattenmachine. De apparaten zijn verbonden met lopende banden. De flessen zijn smalle medicijn-flesjes van 50 ml, deze passen precies op de rups-band. Een zevental trafo's zorgt voor de stroomvoorziening. Omdat het hele model uit afzonderlijke apparaten bestaat kan het vervoerd worden. Bij het bouwen is hiermee rekening gehouden. Het opbouwen en het fijn afstellen van het model is door een aantal handige hulpmiddelen snel gebeurd. Mijn huidige auto is echter te klein om alles te kunnen vervoeren en ik moet daarom de hulp inroepen van een plaatsgenoot.
De aanvoermachine dient voor het automatisch plaatsen van de flesjes op de lopende band. Met behulp van een relais, een ompoolkeerschakelaar en enkele schakelaars wordt het motortje aangestuurd dat de flesjes op de band schuift.
.
De spoelmachine draait voortdurend. Een van de grootste problemen bij het bouwen van het model is de overgang van de lopende band naar het apparaat en omgekeerd. Door de band worden de flesjes in het ronddraaiende apparaat geschoven. Omdat het flesje klem kan komen te zitten heb ik, na enig geëxperimenteer, gekozen voor de eenvoudigste oplossing waaraan wel het nodige pas- en rekenwerk voorafging. De bedrijfszekerheid op dit punt is bijna 100%. Voor het model heb ik een twaalftal poppetjes van Fischertechnik moeten onthoofden, ze dienen als kapje dat over de flessenhals moet vallen. Om de flesjes zo dicht mogelijk onder de kapjes te brengen heb ik gebruik gemaakt van een op- en aflopende ondergrond voor de verschuifbare plateaus waarop de flesjes worden geplaatst
De snelheid van het ronddraaien wordt geregeld met een toeren-regelaar voor gelijkstroommotoren. Het schakelschema met onderdelen staat in het clubblad van september 1994 en is destijds door D. Kwak beschreven. Door de jaren heen heb ik heel wat van deze handige toerenregelaars gesoldeerd en ze zitten nu allemaal in het model verwerkt.
De sorteermachine haalt de vuile flesjes van de band die op weg zijn naar de vulmachine. Een elektronisch oog schakelt het relais in bij onderbreking van de lichtstraal, vervolgens wordt het flesje pneumatisch van de band verwijderd en afgevoerd.
Bij de vulmachine vindt de vulling plaats doordat de sluiter op de flessenhals naar beneden wordt gedrukt dit in tegenstelling tot de spoelmachine waar het flesje als het ware wordt opgetild. De bijzonderheid bij dit apparaat is het synchroon laten lopen van twee motoren (zie in de rechter benedenhoek van de foto). Via een ketting zijn de twee motoren met elkaar verbonden.
De dopmachine heeft de meeste hoofdbrekens gekost, niet alleen de schakelingen maar ook het in de juiste positie brengen van de dopjes, de constante aanvoer van de dopjes en het op de flesjes drukken van de dopjes. Op de foto's is alles duidelijk te zien. Het kantelen van de dopjes geschiedt door ze over een ketting te geleiden met enkele houders die bij de oude rupsbanden werden gebruikt. Boven de ketting zijn een tweetal plastic strips geplaatst. Ligt een dopje verkeerd dan blijft de plastic strip achter de rand haken en wordt het dopje gekanteld, ligt het goed dan glijdt de plastic strip over het dopje heen.
De dopjes worden verder door middel van lopende kettingen naar het punt geleid waar ze op de flesjes worden gedrukt.
De etiketteermachine is vrij eenvoudig en bestaat uit twee onderdelen, een apparaat dat de dopjes vastdraait en een apparaat dat de etiketten verzorgt.
De krattenrobot is het eindstation. Telkens wanneer drie flesjes op het einde van de band staan, draait de robotarm naar de aanvoerband en pakt de flesjes op. Drie schakelaars voor de melding van het juiste aantal flesjes en een schakelaar om de robotarm te laten draaien in combinatie met elektronica bouwstenen en pneumatiek zorgen voor de besturing van dit model. Hoe ik het een en ander aan elkaar heb geknoopt weet ik niet meer precies, het heeft wel de nodige nachtrust gekost.